Geitengeluk
'Nora is gek op geiten. Heeft ze van haar moeder; die vraagt al jaren om een geit voor haar verjaardag. Gelukkig kunnen we op een half uurtje fietsen terecht voor middagvullend geitenvermaak.
Op een idyllische plek aan het watert bevindt zich daar een grote, biologische geitenboerderij die dagelijks geopend is voor bezoek. Een flink complex met een grote kudde, verdeeld over verschillende monumentaal ogende stallen. Het is een echt kinderparadijs. Niet alleen mogen de jonge geiten worden geknuffeld, er is ook een speeltuin, een pannenkoekhut, een ijskraam en een pony-promenade. En natuurlijk ontbreekt de landwinkel niet. Volgepakt met biologische streekproducten en vooral kaas zover het oog reikt. Ook een stukje paradijs voor papa.
Een leuk en onschuldig gezinsuitje, dacht ik zo. Groot was mijn verbazing dan ook toen ik een keer googelde naar de openingstijden van de boerderij en in de zoekresultaten als bijvangst de ene na de andere negatieve bezoekersrecensie opdook. Uit nieuwsgierigheid ben ik ze gaan lezen: wat is er dan zo erg aan onze geit-en-kaas speeltuin?
Het is een ware zoektocht naar
een geitje, dat nog trek heeft
Aaiende en graaiende peutersTen eerste oordeelden de critici eensgezind dat de boerderij te commercieel is. Oké, daar hebben ze wel een puntje. Hoewel je er de dag kunt doorbrengen zonder een cent uit te geven, word je op allerlei manieren verleid om tegen betaling het bezoek voor je kinderen nog leuker te maken. Bijvoorbeeld door ze voor een euro een speenflesje geitenmelk aan de jonge dieren te laten voeden. Nora doet dat heel graag maar zeker als het druk is - en dat is het doorgaans - is het een ware zoektocht naar een geitje dat nog trek heeft.
In het verlengde van de commercialisering ligt het tweede en voornaamste punt van kritiek: 'de dieren zouden worden uitgebuit'. Zo zouden de geitjes veel te jong bij hun moeders worden weggehaald om ze aan aaiende en graaiende peuters bloot te stellen. Ik schrok daarvan. Ik zag er nooit kwaad in maar het klopt dat heel jonge beestjes in boxjes apart worden gezet zodat jonge kinderen ze kunnen aaien. Nora heb ik ook weleens in zo'n box geparkeerd, vindt ze geweldig. Ben ik door het plezier van mijn dochter blind geweest voor geitenuitbuiting?
KwetsbaarEerlijk gezegd weet ik niet goed wat ik ervan moet vinden. Enerzijds kan ik het commentaar wel volgen. De boer lijkt inderdaad ver te gaan om de bezoeker te behagen. Maar dat het dierenwelzijn daarbij in het geding is, durf ik niet te zeggen. Anderzijds denk ik dat het zeker goed is om jonge kinderen, onder toezicht, in aanraking te laten komen met andere kwetsbare wezens. Het leert ze een waardevolle les over het belang van tederheid.
Toch kijk ik nu wel met andere ogen naar dat geitenimperium. Nora en ik zoeken onze geitenpret daarom vooral bij de plaatselijke kinderboerderij, waar de omgangsregels toch iets meer in het voordeel van de dieren zelf lijken te liggen. En Nora's mama Muriëlle heeft inmiddels een adoptiegeit voor haar verjaardag gekregen. Niet voor haarzelf maar in haar naam voor een tienermoeder in Afrika, die dankzij het dier in een aantal basisbehoeften kan voorzien. Over kwetsbaarheid gesproken.'
Maarten Heerlien
Papapraat
Maarten Heerlien is een Noordeling in het Westen. Hij studeerde geschiedenis en werkt als projectleider in de museale sector. Leest graag, schrijft nog liever. Houdt van koken, Japan en Japans koken, van fotograferen, kaas en de zee. Maarten is vriend van Muriëlle maar vòòr alles de papa van Nora.
Hij en Muriëlle leven het leven het liefst zo duurzaam mogelijk. Dat dochter Nora daar nog niet zo het belang van inziet, moge duidelijk zijn. Voor de Goede Gids schrijft hij regelmatig over zijn belevenissen met zijn kleine meid.